In dit artikel vind je tips die ik heb opgepikt in de tien jaar dat ik onderwatervideo’s heb gefilmd – van andere videografen, boeken of artikelen, en mijn eigen ervaringen. Sommige tips komen misschien bekend voor bij degenen onder jullie die zijn begonnen met fotografie; andere zijn alleen van toepassing op video. Hopelijk helpen deze 10 tips om aan de slag te gaan, maar onthoud goed dat beter worden in onderwater video hetzelfde werkt als alle andere dingen: oefening baart kunst!
1: Hou hem stil
Vermijd schuddende bewegingen. Klinkt makkelijk, toch? Je camera zit tenslotte in het water, en zou dus behoorlijk stabiel moeten zijn. Het klopt weliswaar dat de meeste onderwtaerbeelden niet even gevoelig zijn voor snelle bewegingen als hun tegenhangers op het droge, maar iedere beweging kan enorm afleidend werken op de kijkers. Hou de behuizing zo dicht mogelijk bij je lichaam om hem stabiel te houden, of gebruik een driepoot (zie tip #3).
Zorg dat je je onderwater camera altijd lang genoeg stil houdt op het onderwerp om een goed, bruikbaar shot te krijgen. Tel tot tien in je hoofd zodra je het onderwerp in beeld hebt, en verander in die tijd niets aan de richting of het zoomniveau van je camera. Een shot van 60 seconden vol met kleine bewegingen of zooms is geen echt bruikbaar shot van 60 seconden, en het is verrassend makkelijk om jezelf wijs te maken dat je meer beeld hebt dan je daadwerkelijk kunt gebruiken!
2: Beweeg een Beetje Rond
Onderwater video ’s zijn interessanter als ze een verscheidenheid aan shots bevatten. Dus naast al je mooie, stabiele, stilstaande beelden is het handig om een paar bewegende shots te hebben.
Oefen het draaien van de camera door je pols te verdraaien bij je middel tot de camera helemaal aan één kant zit, vervolgens de opname te beginnen, en jezelf langzaam naar de andere kant af te wikkelen (probeer niet je hele lichaam te draaien met je flippers, want dat veroorzaakt nog meer geschud).
Iedere trap met je flippers zorgt dat de camera een beetje schudt, dus probeer over of langs een onderwerp te bewegen met een enkele trap. Als je sterk genoeg begint kun je lang, stabiel shot maken na iedere aftrap.
3: Gebruik een Statief
Het is bijna onmogelijk om de camera helemaal stabiel te houden – vooral in beweeglijk water, zoals bij de West-Amerikaanse kust. Je kunt dat laatste beetje beweging eruit halen met behulp van een statief. Een aantal producenten maakt verschillende stellages voor verschillende behuizingen, en verschillende poten afhankelijk van je duikstijl en budget.
Een driepoot kan je macrobeelden echt een stuk beter maken. Het is ook opvallend nuttig tijdens opnames van bredere beelden. Trek één van de poten uit naar een kant, en gebruik die als een handvat om je behuizing een breder, stabieler platvorm te geven. Of trek een poot naar je lichaam toe om te gebruiken als een monopod die op je borst leunt.
Je kunt je driepoot ook laten staan filmen en wegzwemmen – vissen zijn een stuk minder bang voor camera’s zonder duikers erachter.
4: Volg de Actie
Hou bewegende onderwerpen altijd in beeld en met veel “bewegingsruimte” – je wil, net zoals bij fotografie, dat het eruit ziet alsof je onderwerp nog ergens naartoe kan.
Je kunt echter geen enkel wezen eeuwig volgen, en pogingen daartoe zorgen meestal voor een wiebelig shot waarin je het probeert “in te halen”. Hou de camera stil zodra je eenmaal wat beweging hebt vastgelegd, en laat het onderwerp uit beeld zwemmen om het shot elegant te beëindigen.
5: Blijf Filmen
Filmtape en geheugenkaartjes zijn goedkoop – blijf lekker veel filmen! Sommige camera’s doen er even over om te beginnen met filmen nadat je op de knop hebt gedrukt, en dat is meestal net het moment met alle actie. Als er iets interessants rondhangt in het gebied laat ik de camera lopen, maar hou ik mijn over de lens. Zo kan ik later makkelijk zien dat er niet is.
Het nadeel is natuurlijk dat je veel, VEEL meer beelden gaat krijgen dan iemand ooit zou moeten bekijken. Blijf bedenken dat meer opnames ook zorgen voor een langere montagetijd. Sommige videografen kunnen echt genieten van het nabewerken, maar degenen die het minder kunnen waarderen krijgen vaak al snel het bewerken “in de camera” onder de knie – gewoon door pas te beginnen met filmen zodra het shot er helemaal klaar voor is.
6: Zorg voor Verschillende Beelden
Zodra je begint met bewerken is het prettig om een hoop verschillende beelden te hebben om uit te kiezen. Specifiek wil je vooral groothoekbeelden, medium shots, en close-ups van je onderwerp hebben als dat mogelijk is.
Probeer je onderwerp te bekijken vanuit verschillende hoeken, met verschillende belichting. Neem de tijd, en zorg dat je later nog veel keuze hebt.
Vergeet ook niet de shots die het verhaal later aan elkaar “plakken”: duikers die hun spullen aantrekken of het water induiken en uitklimmen, overzichtsscènes van de duikplek, lege shots van blauw water, duikbubbels die handig kunnen zijn tijdens de aftiteling, enzovoorts.
7: Witbalans
Maak jezelf bekend met de witbalansfuncties van de camera’s. Als je macrobeelden schiet met een lamp kun je hem waarschijnlijk op ‘auto’ laten staan. Maar als je omgevingslicht gebruikt, ook al is het met een rood filter, is handmatige witbalans je vriend.
Voor handmatige witbalans is het meestal nodig om de camera op iets wits (of bijna wits) te richten en een knop in te drukken, of een vervelende reeks knoppen. Zand werkt meestal, al is het zand op sommige plekken te rood of geen om een goed witbeeld te geven. Duikleitjes kunnen werken, maar moeten vaak op afstand en onder een hoek worden gehouden om niet pijnlijk te reflecteren. Als alles mislukt kun je de camera altijd nog recht op de zon richten (of zorgen dat je vriend witte flippers draagt).
Het is vaak verleidelijk om het aanrommelen met witbalans achterwege te laten, en het “later gewoon te fixen”. Maar geloof me: het is veel beter om het tijdens het duiken goed te doen!
8: Weet Wanneer je Lampen en Filters Moet Gebruiken
Hier zijn mijn vuistregels – met het nadeel dat je camera het misschien minder lang uithoudt, afhankelijk van de prestaties onder verschillende lichtomstandigheden:
- Groothoek, 10 meter of hoger: Gebruik een rood filter met omgevingslicht. Handmatige witbalans als je van diepte wisselt of het licht verandert.
- Groothoek, dieper dan 10 meter: Als je iets dichtbij filmt, zet dan je licht aan (met afstand boven en naast de behuizing om backscatter te verminderen) en verwijder het rode filter. Als je iets probeert te filmen dat groter is dan je lampen kunnen verlichten kan het nodig zijn om genoegen te nemen met extreem blauwe beelden. Het rode filter helpt weliswaar voor je witbalans, maar het blokkeert ook een groot deel van het licht – waardoor beelden op diepte korrelig worden.
- Macro: Lichten aan, geen rood filter. Experimenteer met verschillende locaties. Ik plaats meestal één lamp naast de lens, recht gericht op het onderwerp, en gebruik het andere licht om de schaduwen van de zij- of bovenkant op te vullen.
9: Denk aan Duikers
Andere duikers hebben de neiging om altijd in de weg te zitten van je shot. Je kunt de schade beperken door een paar goede opnames te maken van je mededuikers, die je later in de onderwater video kunt verwerken – het is een stuk minder verwarrend om bubbels achter je vis te zien opduiken als je vervolgens een beeld hebt van een duiker die naar het onderwerp kijkt.
Zorg, als je aan het duiken bent met een fotograaf, dat je geen films maakt terwijl hij zijn flitser gebruikt. Als je perfecte beeld wordt “verpest” door een flitser die middenin afgaat, kun je redden wat er te redden valt door een opname van de fotograaf in actie in de film te verwerken.
10: Controleer je onderwater video Beelden
Die kleine priegelschermpjes op videocamera’s kunnen je helpen bij het mikken, en hopelijk voorkomen dat je beelden compleet verkeerd zijn gefocust of gebalanceerd. Maar om je opnames echt goed te bekijken hoor je ze te zien op een groot scherm.
Ik heb vaak meegemaakt dat ik dacht dat ik geweldige beelden had opgenomen – om vervolgens, tijdens het terugkijken op mijn HDTV, te ontdekken dat er een stofdeeltje op de lens zat dat de autofocus verpest. Als je tijdens je reis iedere dag niet echt naar je opnames kijkt, bestaat de kans dat je dingen mist die dagen aan beelden verpest hebben. Zorg dus altijd dat je de tijd neemt om te controleren dat je beelden ook op de volledige resolutie goed genoeg zijn!
Lees ook: