De Canon PowerShot D30 (€329,99) is, naar het beeld gekeken, een erg kleine verbetering ten opzichte van de oudere D20. Zijn lens, 12-megapixel beeldsensor, en beeldprocessor zijn hetzelfde, en dus ondertussen een paar jaar oud. Het echte verkooppunt van de D30 is het vermogen om de druk te overleven die je tegenkomt op een waterdiepte van 25 – daarmee verslaat hij alle concurrentie met een goede zes meter. Als je op die dieptes gaat duiken is de D30 het overwegen waard. Overweeg anders een paar extra dollar uit te geven en onze voorkeur te nemen, de uitstekende Olympus Tough TG-3; die werkt tot een diepte van 15 meter, en is een stuk moderner. Je vindt alle details van de D30 in deze Canon PowerShot D30 review.
Ontwerp en Functies
De D30, die alleen te verkrijgen is in het blauw, wijkt enigszins af van de rondvormige D20. Hij past binnen het rijtje van de meeste stevige camera’s, zoals de Olympus Tough TG-850, met een lens die zich in de bovenhoek bevindt in plaats van het midden. Hij meet 6,9 bij 10,9 bij 2,8 cm, en weegt 220 gram. Dat is vrij standaard voor een camera in deze klasse; de TG-850 meet 6,4 bij 10,9 bij 2,8 cm, en weegt ook zo’n 220 gram.
De lens is een 5x-ontwerp dat is bereik heeft van 28-140mm (full-frame equivalent) met een variabel f/3.9-4.8 diafragma. De lens is niet zo groot als ik had gehoopt voor een camera die een deel van zijn leven onderwater zal doorbrengen. Foto’s onder het wateroppervlak hebben een nauwer gezichtsveld dan hun droge tegenhangers vanwege lichtbreking, en je wil voor het helderste beeld tijdens het duiken juist zo dicht mogelijk zijn bij je onderwerp. Stevige camera’s zoals de Pentax WG-3 GPS, die gebruik maken van een 25mm f/2 groothoeklens, nemen een iets breder beeld op, zodat je vissen, koraal, en vergelijkbare dingen van dichterbij op de gevoelige plaat kunt krijgen. Het f/2-diafragma betekent ook dat de WG-3 viermaal meer licht vangt dan de D30 bij de grootste hoek; allebei vangen ze ongeveer evenveel licht wanneer ze volledig zijn ingezoomd.
Al de knoppen zijn groot, en gemakkelijk in te drukken. De bovenste plaat biedt ruimte aan de aan/uitknop, sluiterknop, en de knop voor filmopname, en er bevindt zich een plat draaiknopje voor de zoom op de achterkant, net boven de rubberen duimsteun. Daaronder bevindt zich een richtingsknop met vier selecties, met een Func/Set-knop in het midden. De bovenste pijl verandert de fotomodus (met de keuze tussen Auto, Program, of verschillende Scene-modi), de rechter past de flitser aan, de onderste pijl verandert de hoeveelheid informatie op het LCD-scherm, en de linker selecteert en deselecteert macrofocus. Onderaan zijn de twee laatste knoppen, Play en Menu.
Er is een overlappend menu, dat geactiveerd wordt met de Func/Set-knop, dat links over het scherm valt om de fotografische instellingen aan te passen. In de Program-modus geeft dit controle over het meetpatroon, de kleurweergave, witbalans, ISO, en belichtingscompensatie. Vanaf hier kun je ook GPS in- en uitschakelen, de automodus aanpassen, de zelfontspanner instellen, en de resolutie regelen van zowel video als foto’s.
Het achterste scherm is een LCD van 7,5 cm met een resolutie van 460k. Het is scherp genoeg, maar ondanks specificaties die gelijk zijn aan het paneel op de Olympus Tough TG-3 bleek dat weerspiegeling een probleem was als je de Canon buiten gebruikt. In dezelfde situaties werkte het felle scherm van de Olympus vrolijk door.
De D30 is voorzien van een ingebouwde GPS die ongeveer een minuut nodig heeft om verbinding te maken met een satelliet. Zodra een signaal beschikbaar is voegt hij locatiedata toe aan je foto’s, zodat je die later kunt bekijken op een wereldkaart – een functie die wordt ondersteund door populaire software zoals iPhoto en Picase, en deelsites zoals Flickr en Smugmug. De D30 ontbeert wel de WiFi die je verwacht in een moderne camera. Als je snel foto’s wilt delen kun je investeren in een Eyefi Mobi-kaart, maar als je die kosten erbij optelt kun je net zo goed de Olympus TG-3 kopen.
Prestaties en Conclusies
De D30 start op en neemt een scherpgestelde foto in ongeveer 1.5 seconden. De autofocus is snel, en heeft slechts 0.1 seconde nodig om te richten en op te nemen, maar de periode tussen foto’s is met net iets meer dan 1 frame per seconde aan de trage kant. Hij is simpelweg traag in vergelijking met de Olympus TG-3, die opstart in 0.9 seconde, focust in 0.05 seconden, en vijf foto’s per seconde kan vastleggen.
Ik heb Imatest gebruikt om de scherpte van de foto’s vast te leggen die de lens van de D30 maakt. We noemen een beeld scherp zodra dit meer dan 1800 lijnen per fotohoogte haalt, gemeten in het midden. De D30 gaat hier overheen, met 2022 lijnen, maar net zoals de meeste compactcamera’s lijden de randen aan verzachting bij de grootste hoek, met slechts 1243 lijnen. Dat zit niet ver af van de Pentax WG-3 GPS, die 1948 scoorde op de centrumtest en ongeveer 1224 lijnen aan de rand haalde. De WG-3 haalt die nummers echter met een wijdere, snellere 25mm f/2-lens.
Imatest controleert foto’s ook op ruis, waardoor ongewenste korreligheid kan ontstaan en detail kan verminderen bij hogere ISO-waardes. De D30 houdt ruis onder de 1,5 procent tot en met ISO200 – een teleurstellend resultaat. Het liefst zien we compactcamera’s die voldoen aan die standaard tot en met ISO800. Ik heb alle afbeeldingen zorgvuldig bekeken op een gekalibreerd scherm om te bepalen in hoeverre de ruis invloed had op de beeldkwaliteit. Details zijn helder bij ISO100 en 200, maar merkbare vervaging treedt op bij ISO400 en wordt erger naarmate de gevoeligheid verder toeneemt. Het is nog steeds mogelijk om individuele lijnen te herkennen van onze testscène, bij ISO800 en 1600, maar degenen die dichter bij elkaar staat zijn dan in elkaar overgelopen. Bij de maximale gevoeligheid van ISO3200 smelten alle lijnen samen in één groot blak. De Olympus Tough TG-850 weet ruis onder de 1,5 procent te houden bij ISO400, en toont net iets meer detail dan de D30 bij ISO800.
Video wordt opgenomen in .mov tegen een kwaliteit van 1080p24. Als je vindt dat de trage framerate, die een filmachtig effect geeft maar snelle bewegingen vervaagt, lastig is, kun je de resolutie verlagen naar 720p en de beelden opnemen tegen 30fps. De beelden zijn helder, maar het rollende sluitereffect is duidelijk aanwezig; hierdoor lijkt de bovenkant van het beeld sneller te bewegen dan de onderkant, waardoor bewegende voorwerpen er rubberachtig uitzien. Het geluid is prima, en je kunt de lens maar nét horen in- en uitzoomen en scherpstellen. Er is ook een superslowmotion-modus; je kunt beelden opnemen tegen 480p120 of 240p240, en terugspelen met 30fps.
Er is een miniHDMI-poort om verbinding te maken met een HDTV, evenals een poort voor gelijkstroom (om de camera op te laden via een niet meegeleverde adapter), en een miniUSB-poort. De opening voor SD/SDHC/SDXC-kaartjes bevindt zich in het batterijcompartiment. Beide deurtjes worden enkel afgesloten, wat minder veilig overkomt dan de dubbele sloten die Olympus gebruikt voor de TG-3. Canon levert wel een externe stopcontactlader mee, zodat je (als je een tweede batterij koopt) kunt blijven doorschieten terwijl de eerste accu oplaadt.
Conclusie Canon powershot D30 review
Op veel vlakken is de Canon PowerShot D30 een teleurstelling. De camera biedt niet veel verbeteringen ten opzichte van de verouderende D20, en andere producenten van outdoorcamera’s hebben hun aanbod verbeterd sinds de D20 is vrijgegeven. De D30 kan echter één ding dat andere camera’s in deze klasse niet aankunnen: hij overleeft dieptes van 25 meter. Als dat een vereiste is, dan is dit het overwegen waard. Als je de camera echter niet zo diep hoeft mee te nemen is het simpelweg beter om iets meer geld uit te geven aan onze favoriet, de Olympus Tough TG-3. Je krijgt een wijdere, snellere lens, een beter scherm, WiFi, en een fantastische macromodus. Als je niet veel wilt uitgeven, of als je echt houdt van groothoekbeelden, is de Olympus Tough TG-850 nog het overwegen waard – die biedt veel waar voor zijn €250.